Bestaat er een geheim elixer voor de beste online kop? Helaas, dat nog niet. Maar dankzij een onderzoek weten we wel hoe je de effectiviteit van een kop kunt vergroten. De sleutel: spreek de lezer persoonlijk aan en geef voldoende context.
< 7 tekens
Kortere woorden helpende lezer sneller op weg.
De lezer houdt van eenvoud. Korte woorden verhogen de leesbaarheid en vergroten het initiële begrip. Lezers online zijn triggerhappy en klikken sneller als ze het meteen begrijpen.
vraag?
Van je kop een vraag maken kan voor twijfel zorgen.
De kop ‘Waarom twee Nederlandse mariniers hoge onderscheidingen kregen voor uitzonderlijke moed’ start met een ‘waarom’, maar eindigt niet als vraag. De ‘waarom’ verwijst naar iets dat in het artikel te vinden is. Dit noemen we ‘forward referencing’: de kop belooft iets, suggereert een praktische bruikbaarheid, als je dit artikel leest weet je aan het eind ook echt het antwoord. Bij een vraag ‘Waarom kregen twee Nederlandse mariniers een hoge onderscheiding?’ weet je dat als lezer nooit zeker. En er zal twijfel zijn om te klikken.
‘quote’
Full quote koppen geven te weinig context.
In de krant werkt een full quote omdat je de intro en streamers ziet. Maar online weet je als lezer meestal niet waarover het gaat. Bijvoorbeeld: ‘We zijn nog een kleine speler’ geeft nul info over de bron. Terwijl het in de herschreven versie meteen duidelijk is: ‘Een interview met de oprichter en baas van Bol.com op de allerdrukste dag in hun geschiedenis.’
prikkelen
Signaalwoorden activeren de lezer.
Signaalwoorden zijn: deze, dit, hierdoor, waarom, hoe, hierom, welke, wie, zo, wanneer. Signaalwoorden prikkelen, geven een impuls tot actie. De kop ‘Hoe Camiel Eurlings – de wonderboy uit het zuiden – definitief van zijn voetstuk viel’ geeft aan dat dit verhaal daar antwoord op geeft. Als lezer denk je: ‘Ja precies, dat wil ik ook weten!’ Klik.
persoonlijk
Elk mens wil graag dat je hem persoonlijk aanspreekt.
Persoonlijke voornaamwoorden: ik, jij, wij, zij, jullie, u, jou, ze. Bezittelijke voornaamwoorden: mijn, jouw, uw, je, m’n, haar, ons, onze, jullie, hun.
Mensen willen aandacht en hoe kun je dat beter doen dan verwijzingen in een kop te zetten die de lezers rechtstreeks aanspreken. Jouw geld, onze wijk, hoe ik, waarom wij, etc. Hoe persoonlijker de lezer zich voelt aangesproken, hoe effectiever de kop.
aanspreken
Start je kop met een voornaamwoord.
Het persoonlijke of bezittelijke voornaamwoord zit niet verstopt ergens in de kop, maar is meteen het eerste woord. Kortom, nog zonder dat de lezer weet waarover het gaat voelt hij zich aangesproken.
emotie
Sentimentwoorden zorgen voor herkenning bij de lezer.
Sentimentwoorden zijn: woest, boos, grimmig, flink, bloederig, wild, wreed, lomp, futiel, onverbloemd, handig, zalig, stevig, furieus, fataal, saai, secuur, benauwd, zinvol, klef, wonderlijk. In sentimentwoorden zit emotie. Iemand die woest is roept de vraag op: wat maakt die mens woest? Mensen herkennen zich in sentiment en emotie, en willen graag lezen hoe andere mensen daarmee omgaan.
Koppen met een negatief sentiment werken nog beter dan koppen met positieve sentimentwoorden.
disclaimer
Clickbait elementen in een kop zijn zeker effectief. Maar ze zijn geen voorspeller van hoe effectief een kop zal zijn. Te veel hangt af van onderwerp, genre, urgentie, nabijheid of omvang van een gebeurtenis. De effecten zijn gemeten in de specifieke context van nieuwsartikelen.
Bevindingen uit het onderzoek: ‘Effective Headlines of Newspaper Articles in a Digital Environment’, Jeffrey Kuiken, Anne Schuth, Martijn Spitters & Maarten Marx (2017).
Dataset: 1836 artikelen uit 202 nieuwsbrieven van Blendle
Periode: april 2016 – april 2017
Visual: Filip Ysenbaert