Met hun online strategieën veranderen Kustaw Bessems (40) en Rennie Rijpma (45) de journalistiek. Maar dat gaat niet vanzelf. ‘Je moet als journalist veel meer kunnen dan toen ik bij de krant kwam.’
Interview: Carolina Lo Galbo
Fotografie: Lieven van Ascche
‘Of ik mezelf nu zou aannemen op mijn redactie?’ Kustaw Bessems hoeft er niet lang over na te denken: ‘Op de meeste plekken zou ik geen schijn van kans maken. Als chef is mijn journalistiek inhoudelijke blik belangrijk, maar alles wat de mensen op mijn redactie doen kan ik niet. Ik kan niet programmeren, geen data analyseren, geen video editen.’
‘Dat hoeft voor onze functie ook niet’, zegt Rennie Rijpma. ‘Mijn kracht als chef is dat ik snel kan schakelen tussen mensen en redacties en dat ik snel dwarsverbanden zie: ik weet meteen wie het best kunnen samenwerken aan welk verhaal. Ik zie mezelf als een verbindingsofficier.’
Kustaw Bessems (40) is chef digitaal bij de Volkskrant en Rennie Rijpma (45) bij het AD en de regiotitels van de Persgroep Nederland. Opvallend genoeg staan er geen whizzkids aan het roer van de digitale kranten, maar twee doorgewinterde journalisten met voornamelijk papieren ervaring. Zij gaan de journalistiek wezenlijk veranderen en moeten daarbij hun redacties mee zien te krijgen.
Bessems is zojuist met zoekende blik het Canvas-restaurant op de zevende verdieping van het Amsterdamse Volkshotel binnengelopen: donker baardje, niet al te groot, op gympen. Rijpma zat er al eventjes met een kop koffie de hotelgasten te observeren; lang, blond, in een suède jurk. Ze hebben elkaar de hand geschud. Nee, ze kennen elkaar nog niet. Na de openingsvraag is het dus tijd voor een kennismaking met de twee hemelbestormers.
Rennie Rijpma is opgegroeid op een boerderij in Friesland, vertelt ze. ‘Ik kom uit een nuchter, betrokken gezin. Mijn ouders zaten in allerlei besturen van school- en sportverenigingen.’ De journalistiek was niet vanzelfsprekend. Ze deed eerst de mavo, daarna een opleiding tot groepsleider en toen een tot maatschappelijk werker. ‘Heel nuttig. Ik leerde goed luisteren zonder direct te oordelen. Ik vond mezelf nog te jong om te werken en ben rechten gaan studeren. Daarna ben ik bij het ANP gaan werken als verslaggever. Ik ben dól op dat snelle nieuws.’ Ze valt stil en kijkt Bessems nieuwsgierig aan: en nu jij.
‘Ik kom uit een multiculturele, matriarchale familie met een grootmoeder aan het hoofd en veel carrièrevrouwen’, zegt Bessems. ‘Tot ik in de buitenwereld kwam, dacht ik dat iedere familie zo was. Thuis volgden we de wereld op de voet en voor ik aan mijn studie geschiedenis begon heb ik een jaar in Israël gewoond. Dat was mij, deels joods, voorgespiegeld als een tweede thuisland. De sfeer was hoopvol en tegelijkertijd waren er veel aanslagen; een bizarre plek. Ik heb mijn ouders regelmatig gebeld om te laten weten dat ik niet bij die bushalte was omgekomen.’ Na een stilte: ‘Ik heb uiteindelijk geaccepteerd dat ik geen sterke band met welk thuisland ook heb en nergens echt bij hoor. Mijn familie en vrienden vormen mijn gemeenschap.’
Rijpma heeft geïnteresseerd geluisterd en concludeert: ‘Onze gezinssituatie verschilt, maar we hebben gemeen dat de blik thuis naar buiten was gericht.’ Ze blijken meer gemeen te hebben: hun ‘nieuwsritme’ is veel sneller dan dat van veel collega’s, eens in de 24 uur een deadline vinden ze traag. Ze denken snel, formuleren soepel en ogen energiek ook al slapen ze maar zes uur per nacht. Stress is aan hen niet besteed. Zij slaapt met al haar pushmeldingen aan –‘ik sta altijd aan, ik zou pas stress krijgen van rust’, hij noemt de voortdurende nieuwsprikkels ‘fijn en ontspannend’.
Wat is de belangrijkste stap geweest voor de online krant?
Bessems: ‘De internetredactie is deels opgegaan in de algehele redactie. De voorheen schrijvende internetredacteuren hebben nu vooral een aanjagende rol binnen de deelredacties: hoe gaan we dit verhaal online vertellen?’
Rijpma: ‘Bij het AD werken we met drie schillen van redacteuren: de snelle nieuwsdesk die al het belangrijke AD-nieuws meteen online zet, de schil van journalisten die bredere, diepgravendere verhalen maken zodat we ons kunnen onderscheiden van andere nieuwssites, en tot slot zijn er de nieuwsmakers: portefeuillehouders die bezig zijn met hun eigen verhalen.’
Veel krantenjournalisten moeten de omslag naar online journalistiek maken. Stuiten jullie op weerstand binnen jullie redacties?
Bessems: ‘Nee, de karikatuur van onwillige krantenmensen klopt niet. De omslag vergt gewoon veel. Je moet als journalist veel meer kunnen dan toen ik bij de krant kwam. Het lastigst is het voortdurende schakelen in werktempo: je moet snel iets voor de site maken, intussen werken aan een verhaal voor zaterdag én onderzoek doen voor de lange termijn. Als chef ben je de hele tijd aan het schipperen wie je wanneer inzet.’
Rijpma: ‘Dat is ook voor mij elke dag weer puzzelen. De ene journalist is goed in snel of juist langzaam werk, maar je moet tegenwoordig alles kunnen. Online journalistiek vereist ook een nieuwe manier van denken die er niet meteen is. Journalisten willen graag, maar vragen me: hóé dan?’
En wat is het antwoord? Zit ’m dat in kortere stukken?
Rijpma: ‘Aan woordlengte doen we niet bij online. Een stuk is nooit te lang of te kort. Zorg er maar gewoon voor dat ik het van begin tot eind wil lezen.’
Bessems: ‘Dat stukken online kort moeten zijn is echt een achterhaald idee. Mensen lezen ook lange stukken op hun mobiel. Waar het om gaat is dat je een verhaal online op veel meer manieren kunt vertellen: als een beeldverhaal, een infographic, quiz of video. We hebben echt nog internetredacteuren nodig om iedereen daarvan te doordringen. Veel journalisten denken nog uitsluitend in tekst. Ik vind dat we geen journalisten met een blinde vlek voor online meer mogen aannemen. Je moet op z’n minst nieuwsapps en sociale media gebruiken.’
Rijpma: ‘Vind ik ook. Ik zeg altijd: als je een hartoperatie moet ondergaan, wil je toch ook een chirurg die op de hoogte is van de laatste stand van zaken? Ook voor journalisten breidt het instrumentarium zich uit. Je moet bijblijven.’
Bessems: ‘Online journalistiek is ook veel meer teamwork dan krantenjournalisten van oudsher gewend zijn. Je kunt niet meer je stuk over de schutting gooien en boos worden als er veel in is veranderd. Je werkt nu in een vroeg stadium met cheffen, vormgevers en fotografen aan je stuk. Dat zit nog niet helemaal in ieders systeem.’
Verschilt de online krant behalve qua vorm ook qua inhoud van de papieren krant?
Rijpma: ‘Ik denk dat online journalistiek zich toch vooral door de vorm onderscheidt. Daar moeten wij, van oorsprong krantenmakers, beter in worden: hoe presenteer ik online?’
Bessems: ‘Maar de inhoud verschilt toch ook. Bij de Volkskrant komen de interesses van de lezers online en op papier nog overeen. Maar bij het AD verschilt het publiek dat de krant of site bezoekt toch enorm? Al die dieren en celebrity’s die jullie online plaatsen komen niet in de krant. Meisje speelt met grizzlybeer…’
Rijpma: ‘Konijnen die ongelukkig zijn…’
Ze schieten in de lach.
Bessems: ‘Wij schuwen geen dieren, maar moeten er wel een goede reden voor hebben.’
Rijpma, vrolijk: ‘Fijn toch, dat ik daarover bij het AD niet hoef na te denken en jij naar een excuus moet zoeken om erover te mogen schrijven.’ Dan: ‘AD.nl heeft inderdaad een paar duidelijke onderwerpen: breed nieuws en populaire onderwerpen als showbizz en sport.’
Is er een generatiekloof op de redactie?
Bessems: ‘Integendeel. Heel ervaren collega’s blijken online soms veel handiger te zijn dan de jongste, ogenschijnlijk meest media-savvy mensen. Die lijken weleens te vergeten dat internet bestaat. Ik bespeur bij hen ook meer angst voor negatieve reacties online. Een ervaren journalist heeft wel voor hetere vuren gestaan.’
Rijpma: ‘De meeste redacteuren zien de voordelen van online journalistiek: een groter podium, meer kwijt kunnen dan in de papieren krant, je parate kennis meteen kunnen inzetten.’
Maar je moet dus wel een dikke huid hebben.
Bessems: ‘Zelf ben ik op internet jarenlang een Wildersvriend, een zionist en een islambasher genoemd. Sinds ik bij de Volkskrant werk ben ik ineens een linkse multiculturalist. Je moet ertegen kunnen en dat leer je vanzelf. Online reacties maken je inhoud overigens wel beter. Internet is onverbiddelijk. Op een rammelend verhaal krijg je meteen scherpe kritiek.’
Rijpma: ‘Ik vind de interactie met onze bezoekers belangrijk, maar toch hebben we de reactiemogelijkheid op AD.nl uitgezet. Er werd te veel ellende op uitgestort. Dat stootte andere bezoekers af en straalde af op ons merk.’
Bessems: ‘Wij zijn er om die reden ook mee gestopt. Natuurlijk kun je nog wel via Twitter en Facebook reageren. Ik wil voor de nieuwe site onderzoeken hoe we toch een intelligent gesprek tussen bezoekers of een wezenlijk contact met de auteur kunnen laten ontstaan zonder dat die sprinkhanenplaag van internettrollen het overneemt.’
Rijpma: ‘De kracht van online journalistiek is juist het gesprek. Het voelt een beetje als een nederlaag dat we dat hebben afgesloten. Wij willen die reactiemogelijkheid dus ook weer in beperkte mate aanbieden, bijvoorbeeld alleen aan abonnees.’
Wat missen jullie als digitale cheffen het meest van jullie vorige werk?
Allebei: ‘Het op pad gaan!’
Bessems: ‘Ik word fysiek naar van de hele tijd in een kantoorgebouw zitten. Hier in Canvas koffiedrinken voelt al als een uitje.’
Rijpma: ‘Om die reden trek ik er graag een dagje op uit naar een van onze regiotitels.’
Hun meest vormende journalistieke ervaringen vonden, uiteraard, niet achter de computer plaats. Bij Rijpma ligt de cafébrand in Volendam waar ze als ANP-verslaggever naartoe ging nog vers in het geheugen. ‘De wanhoop van ouders die hun kinderen in het donker zochten is me altijd bijgebleven’, zegt ze. ‘Ik dacht: ik kan het niet maken om met mijn perskaart door de politieafzetting te lopen terwijl zij in paniek zoeken. Die ervaring helpt me nog steeds om een goede afweging te maken: moet ik een verslaggever aansporen ergens heen te gaan of zijn keus om dat niet te willen respecteren?’
Bessems was de ochtend dat Theo van Gogh was vermoord al vroeg ter plaatse als Trouw-redacteur. ‘Er ontstond in de media meteen een discussie in hoeverre Van Gogh dit aan zichzelf te wijten had. Ik dacht: als je een dood mens met een mes erin hebt zien liggen dan kun je die vraag nooit meer over je lippen krijgen. Ik was verpletterd door zijn kwetsbaarheid, elke scheldpartij van hem viel daarbij in het niet. Ik kon niet meer vrolijk meedoen aan het theoretische debat. De werkelijkheid wordt een heel stuk genuanceerder door fysiek aanwezig te zijn.’
Daar lopen ze in de online journalistiek tegenaan: veel redacteuren komen de deur amper meer uit. ‘Je hebt die verslaggevingservaring nodig’, zegt Rijpma. ‘Het is noodzakelijke bagage, ook voor online journalisten.’ Bessems herkent dat. ‘Er ontstaat een genre journalisten dat alleen nog van achter de computer dingen uitzoekt.’
De oplossing? Die is simpel, vinden de digitale cheffen. ‘Op pad!’ Er mogen online vele vertelvormen zijn bijgekomen, de motor van de journalistiek blijft nieuwsgierigheid. De wereld met open vizier tegemoet treden, niet vanuit je luie stoel maar met de poten in de modder.
[gap height=”30″]
[tabs_wrapper style=”nav-tabs” justify=”false”]
[tab_content tab_label=”Kustaw Bessems”]
Chef digitaal de Volkskrant 2017
Chef crossmediaredactie de Volkskrant 2015-2016
Columnist BNR 2012-2016
Oprichter en chef zaterdagkatern Vonk de Volkskrant 2012-2016
Parlementair redacteur en columnist dagblad De Pers 2007-2012
Verslaggever Trouw, schreef veel over integratie en de multiculturele samenleving 2000-2006
Geschiedenis, Universiteit van Amsterdam 1995-2000
Geboren op 13 februari 1977 in Rotterdam
[/tab_content]
[tab_content tab_label=”Rennie Rijpma”]
Chef digitaal AD en regiotitels de Persgroep Nederland 2015-nu
Nieuwschef centrale redactie AD Nieuwsmedia 2011-2015
Werkzaam bij het ANP. Was achtereenvolgens verslaggever redactie Amsterdam, chef redactie entertainment, chef redactie binnenland, projectmanager 1999-2011
Redacteur/verslaggever PS Produkties 1994-1999
Maatschappelijk werk, NHL Hogeschool 1989-1992
Rechten, Rijksuniversiteit Groningen 1992-1998
Geboren op 4 september 1971 in Oenkerk (Friesland)
Getrouwd, twee zoons (14 en 10 jaar)
[/tab_content]
[/tabs_wrapper]